Waar bent U, God - Geeft U echt om mij?
Toen ik opgroeide was ons huis niet bepaald met liefde gevuld; het was een huishouden vol leed, pijn en frustratie. De enige manier waarop mijn vader communiceerde was met bestraffingen. Dit kwetste mij enorm omdat ik niets meer wilde dan zijn genegenheid. Ik kon nooit iets goed doen en ik had geen echte relatie met hem. Hij nam me vaak mee naar het park waar hij ging joggen. We praatten dan nooit met elkaar, noch op de heenweg noch op de terugweg. Ik voelde me altijd alleen. Ik probeerde met hem te praten, maar hij reageerde hier nooit op. Hij reed, hij rende en dan gingen we naar huis.
Tijdens een woordenwisseling vertelde ik mijn vader dat ik niet naar zijn begrafenis zou gaan als hij zou sterven. Ik denk dat dat het ergste is wat ik ooit tegen hem gezegd heb. Die opmerking deed mij overigens op mijn rug belanden. Ik herinner me hoe verdrietig en gekwetst ik me voelde.
De levendigste herinnering aan mijn jeugdige relatie met mijn vader moet wel zijn hoe hij altijd thuiskwam van het werk en ik hem aan de deur begroette. Ik vroeg hem dan hoe zijn dag was geweest en dan zei hij: "Hoe vaak heb ik je niet gezegd dat je me niet moet vragen hoe mijn dag is geweest?" Hij liep dan gewoon langs me heen, ging door de achterdeur naar buiten en werkte dan aan zijn tomatenplanten. Ik geloofde echt dat hij liever bij zijn planten was dan bij mij. En steeds als dit gebeurde werd de afstand tussen ons groter.
Maar er was hoop voor me. Ondanks mijn rotte gezinsleven had ik een relatie met God die al in de tweede klas was begonnen. Ik ging naar de gemeente en bekeek daar alle activiteiten met een grote fascinatie. Niet lang daarna mocht ik op zaterdagochtenden in de gemeente helpen. Ik herinner me hoe opgewonden ik elke zaterdagochtend uit bed klom, me aankleedde en naar de gemeente rende. In de gemeente dienen was mijn manier om God te danken voor Zijn goede zorg voor mij. Ik kon de liefde van mijn Hemelse vader voor mij voelen en Zijn liefde vulde mijn leegte.
Waar bent U, God - Bent U wel relevant voor mij?
Ik realiseerde me al snel dat ik niet onophoudelijk naar de gemeente kon om te ontsnappen en dat leidde tot grote problemen. Tussen de 2e en 3e klas van de middelbare school begon ik drugs, marihuana en alcohol te gebruiken. "High" of dronken worden was mijn ontsnappingsroute. En al waren de meeste mensen waar ik mee feestte erg oppervlakkig, toch vond ik daar een gerief waar ik van genoot.
Ik wist dat ik een dubbelleven leidde, maar het maakte me niets uit. Op zondag ging ik naar de kerk om daarna de rest van de week te feesten. Dit was de manier die ik gekozen had om aan mijn gehate leven te ontsnappen. Ik hing aan een zijden draadje.
Toen vond een van de belangrijkste gebeurtenissen in mijn leven plaats. Ik zat nog steeds op de middelbare school en zag toen op TV een programma met de titel "Godspell". Wat ik op TV zag raakte mij erg diep. Ik zag een Mens, door God gestuurd, die van iedereen hield. Ik realiseerde me dat Jezus van alle mensen houdt. Ook van mij. Hij veroordeelde niet, Hij had gewoon lief. Hij werd vervolgens weggeleid en Hij stierf; Hij stierf voor mij. Ik herinner me dat ik naar boven naar mijn slaapkamer ging en dat ik op de rand van mijn bed zat. Ik gaf mijn hart aan Jezus. Iemand die alles had doorstaan wat Jezus had meegemaakt verdiende op zijn minst mijn hart. Dat was een geweldig moment voor mij. Ik ervoer de liefde van God door Jezus en het was fantastisch, maar er was wel nog een groot probleem dat opgelost moest worden.
Toen ik mijn relatie met God begon te ontwikkelen, stond ik op het punt om aan de middelbare school af te studeren. Ik moest nu besluiten wat ik met mijn leven zou gaan doen. Ik had niet genoeg geld om naar de universiteit te gaan; mijn vader had mij dat duidelijk gemaakt. Maar ik moest weg zien te geraken. Ook al probeerde ik de wegen van God te volgen, ik kon er gewoon niet tegen om thuis te zijn. God nam deze pijn niet van me weg en ook al had ik mijn hart aan Jezus gegeven, toch kon ik de drank en de drugs niet laten staan. Ik was weer terug naar af, naar mijn dubbelleven. Het een of het ander moest het veld ruimen.
Waar bent U, God - Kan ik ontsnappen?
Om van mijn vader weg te kunnen komen trad ik in dienst van de "U.S. Air Force". Ik vertrok voor mijn eerste training. De dag waarop ik vertrok kwam mijn vader niet eens uit zijn slaapkamer om "tot ziens" te zeggen. Hij deed het gewoon vanuit de duisternis van zijn kamer. Ik herinner me dat ik het erg gepast vond dat deze periode van mijn leven op deze manier eindigde: ik vertrok en hij zat in de duisternis. Ik had gemengde gevoelens. Ik was bang om naar de luchtmacht te gaan, maar tegelijkertijd erg opgewonden om bij hem vandaan te zijn.
Ik doorstond de eerste training en al snel werd ik naar een overzeese basis gestuurd. Ik kwam daar in 1981 aan. Niet lang daarna realiseerde ik me hoe beu ik het was om alleenstaand te zijn en om in een gemeenschappelijke slaapruimte te wonen. Ik was eenzaam. De meeste jongens van mijn slaapafdeling waren feestbeesten en ik wilde me niet meer met hen associëren. Ik wist dat er iets beters voor mij was en ik was het beu om erop te zitten wachten. Omdat God mij deze oplossing niet leverde, nam ik de touwtjes in eigen handen en tjongejonge... wat maakte ik er een zootje van!
Ik ging naar een kerk en ontmoette daar een vrouw die een ongelukkig huwelijk had. Ik raakte bevriend met haar, haar echtgenoot en haar twee kinderen. Steeds als we bijeenkwamen, zaten we te bidden of te drinken, of allebei. Op een dag vertrouwde ze mij toe dat ze een echtscheiding wilde. Ik hielp haar om dat voor elkaar te krijgen en terwijl ik dat deed begon ik zelf een relatie met haar. Iedereen in mijn omgeving, vooral mijn vrienden van mijn kerkgemeente, vertelde mij dat dit verkeerd was en dat ik er mee op moest houden. Maar ik gaf er niets om. Ik zag een kans om van mijn eenzaamheid af te komen en ik greep die kans. Ik raakte verliefd op haar, tenminste dat dacht ik. Ik schonk geen aandacht aan de talrijke pogingen die God ondernam om mij te vertellen dat dit verkeerd was.
We trouwden. De leiders van mijn kerkgemeente vroegen me om al mijn taken neer te leggen. Ik vond dat prima want ik was nu gelukkig en ik voelde me voldaan. Ik was met een kant-en-klaar gezin getrouwd. Het was allemaal geweldig. Kort na ons huwelijk keerden we naar de Verenigde Staten terug. En toen bleek pas hoe lelijk de werkelijkheid was.
Op een ochtend zei ze: "Niets persoonlijks, hoor, maar ik wil eigenlijk niet meer getrouwd zijn." Wat een manier om uit je droom te worden gewekt! Het voelde als een mokerslag. Ik zou een fikse prijs betalen voor mijn onverantwoordelijke daden. Wat erg triest is, is dat ik echt in het huwelijk geloofde en dat ik het echt meende toen ik zei: "Ja, ik wil."
Waar bent U, God - Waarom gebeuren deze dingen?
Ik moest nu de waarheid onder ogen zien dat God ons huwelijk niet gezegend had en dat ik dit nooit had moeten doorzetten. Ik betaalde voor een immense vergissing. Helaas was de scheiding nog niet eens het ergste. Toen we gingen scheiden was ze zwanger. Ik wilde de baby en zij wilde de baby. We bevonden ons op een splitsing. Nadat ik haar enkele malen gesproken had en advies van anderen had ingewonnen, besloten we onze zoon voor adoptie op te geven. Ik kan mij de dag goed herinneren waarop ik de papieren ondertekende die de weg vrijmaakten voor de nieuwe ouders om mijn zoon te adopteren. Ik voelde me verdoofd. Ik was alles aan het verliezen. Ik wilde echt zo ontzettend graag mijn eigen kind hebben. Ik had het gevoel dat ik een competent en kundig vader zou zijn, maar dat het gewoonweg niet voor mij weggelegd was. Ik voelde me vermorzeld.
Terwijl ik mijn gezin verloor, realiseerde ik me hoe ver ik van Gods wil was afgedwaald. Ik oogstte nu wat ik gezaaid had. De nachten waarin ik mezelf in slaap jankte waren vreselijk. Mijn verdriet was bodemloos. Ik werd echt verpletterd door de wetenschap dat ik de vader was van een kind dat ik nooit zou zien opgroeien en nooit zou leren kennen... en nog erger: hij zou mij nooit kennen. Ik wilde echt de vader voor mijn kind zijn die mijn vader nooit voor mij was geweest. Ik was er zo dichtbij... en er toch zo ver vandaan.
Ik had het gevoel dat ik zo ver van God was weggerend dat er geen terugweg meer was. Ik dacht dat ik door God werd gestraft voor mijn enorme ongehoorzaamheid. Terwijl ik de stukken van mijn leven weer in elkaar probeerde te passen, vond er weer een tragische gebeurtenis plaats.
Mijn oudste en mijn dierbaarste broer kwam in een verschrikkelijk auto-ongeluk om het leven. Op dat moment probeerde ik om te gaan met mijn echtscheiding en het verlies van mijn zoon. En juist op dat moment werd mijn broer voor altijd van me weggenomen. En weer voelde ik me verwoest en boos; erg boos op God omdat Hij dit alles zomaar had laten gebeuren.
Mijn broer liet een vrouw en drie jonge kinderen achter. Het was vreselijk droevig en een van de ergste zaken was dat ik nooit vaarwel tegen hem had kunnen zeggen. Maar er gebeurde iets dat mij echt hielp en mij hoop voor de toekomst gaf. Toen ik bij mijn vader logeerde voor de begrafenis, maakten hij en ik lange wandelingen en praatte hij met me. Dat waren geen diepgaande discussies, maar dat vond ik niet erg. Mijn vader sprak tegen me. Dat was het belangrijkste. Het was het begin van een relatie; de relatie die we voorheen nooit hadden gehad. Ik hoopte dat we tot op zekere hoogte, welke hoogte dan ook, vrienden konden zijn.
Read Waar bent U, God? Page 2 Now!
Copyright © 2002-2021 AllAboutLiving.org, Alle rechten voorbehouden