Mijn levensverhaal – Een man en zijn beproeving
Ik moest behoorlijk wat aanpassingen doorvoeren na de echtscheiding. Ik ging van een eigen huis naar een goedkoop huurappartement. Van een dubbel inkomen ging ik naar minder dan de helft van mijn eigen inkomen. Van een gezinsleven naar een leven als alleenstaande. In een wanhopige poging om de pijn en de eenzaamheid te verhelpen had ik een korte liefdesrelatie met een andere vrouw.
De affaire was voorbij en de echtscheiding definitief. Ik was alleen in mijn appartement, eenzamer dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Ik schreeuwde het letterlijk uit naar de Heer, zo hard als ik kon. Ik was bereid om mijn zonden aan Hem te bekennen en de gevolgen ervan te dragen. Ik voelde een dringende behoefte aan Zijn vergeving. Ik werd bevangen door een gevoel van Zijn aanwezigheid (ik weet niet zeker of mijn ervaring een droom of een visioen was, maar het was zeer echt). Ik hief de moker op die de spijker in Zijn hand sloeg. Ik hoorde het geluid van botten die vergruisd werden en voelde hoe Zijn lichaam met elke slag kronkelde van de pijn. Ik begon te huilen toen ik de spijker weer sloeg, maar ik kon niet stoppen. Toen realiseerde ik me wie Hij was en waar ik mee bezig was. Ik keek op. We staarden elkaar in de ogen en ik verstarde. De moker viel uit mijn handen. Ik ontdooide toen het erbarmen in Zijn ogen de dieptes van mijn lege ziel vulde. Ik keek toe hoe Hij Zich van het kruis oprichtte. Hij liep naar me toe en ik viel in Zijn armen. Ik huilde de bittere tranen van een verloren zoon. Een zoon die Hem niet verdiende. Toen Hij me vertelde dat ik mijzelf moest vergeven, omdat mijn houding tegenover mijzelf feitelijk een ontkenning van Zijn vergeving was.
Galaten 2:19-20 zegt: “Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij....”
Na die avond wist ik dat ik mij nu serieus moest gaan bezighouden met mijn levenswandel met God. Enkele maanden later hielp ik met de start van een bediening voor alleenstaanden in onze gemeente. Het was vergelijkbaar met een bediening waar Sue en ik vóór onze scheiding deel van uitmaakten. Ik leidde een studie voor alleenstaanden en hielp bij de planning van alle andere bijeenkomsten. De bevrediging die ik in deze tijd voelde was een volkomen nieuwe ervaring. Voor het eerst had ik het gevoel dat God mij nu gebruikte zoals ik werkelijk was, niet omdat ik de zoon of de echtgenoot van zus of zo was.
Wanneer mijn kinderen bij me waren, voelden we ons echt een gezin. We waren eindelijk gewend aan een leven waarin we van elkaar afgezonderd waren en de kinderen keken net als ik uit naar de momenten die we samen hadden. Het was vreselijk moeilijk voor me toen mijn kinderen met hun moeder naar een andere staat verhuisden. Ik hield mezelf met allerlei zaken bezig, zodat ik niet de hele tijd aan de kinderen dacht.
In de afgelopen twee jaar was ik twee keer met iemand uit geweest, maar ik had niet echt aan een nieuw huwelijk gedacht. Ik was tevreden met mijn rol als alleenstaande. Maar op een zondagochtend zag ik een nieuw gezicht in de zondagsschool. Mijn engel was aangekomen. Tania en ik hadden meer dan vijf jaar lang dezelfde gemeente bezocht, maar elkaar toch nooit echt ontmoet. Ik belde haar op maandagavond en we spraken urenlang. Ze zei "nee" toen ik vroeg of ik haar uit eten kon nemen, maar belde me een paar dagen later terug en gaf toen toch toe. Ons eerste uitje was op Valentijnsdag en twee maanden later waren we getrouwd.
Niet veel later keerden mijn kinderen naar mijn stad terug. We waren allemaal opgelaten. Al snel zagen Tania en ik in dat mijn zoon helemaal losgeslagen was. Mijn dochter volgde op korte afstand. Ze leefden in een vuile omgeving die zelfs gevaarlijk was voor hun gezondheid. We baden er over en vroegen advies van vrienden. Uiteindelijk besloten we een poging te ondernemen om de voogdij over mijn twee kinderen te krijgen.
Mijn levensverhaal – Een man en zijn hartenzeer
Toen mijn zoon ontdekte dat we het papierwerk hiervoor hadden ingevuld, veranderde zijn opstandigheid in een woede ten opzichte van Tania en mijzelf. Hij weigerde zelfs nog met ons te praten. Vlak daarna kreeg ik een telefoontje van de plaatselijke politie. Sue had aangifte gedaan van mijn vermeende seksuele molestatie van onze dochter en de agent wilde me laten weten dat hij de papieren zou komen brengen, vergezeld van een contactverbod. Mijn put was nog nooit zo diep geweest. Ik wist dat ik onschuldig was, maar op de een of andere manier heb je toch een vies gevoel als je van zoiets beschuldigd wordt. Een paar weken later gingen we naar een hoorzitting. Ik zal de haat nooit vergeten die van de andere kant van de rechtszaal naar me werd uitgestraald. Alleen door Tania en haar steun wist ik me hier doorheen te slaan.
Een paar weken later ging de telefoon. Mijn voorganger belde me met de boodschap dat mijn zoon een zwaar auto-ongeluk had gehad. Hij lag in een instabiele, kritieke toestand in het ziekenhuis. Hij lag twee maanden lang in een coma. Elke dag ging ik naar het ziekenhuis voordat ik naar het werk ging en elke avond voordat ik weer naar huis ging.
Toen hij in het ziekenhuis was kreeg ik nog een telefoontje van agent Johnson, onze plaatselijke politieagent. Iedereen die bij de zaak betrokken was had toegegeven dat ik onschuldig was. Hij raadde me aan om een leugendetectorproef te ondergaan. Dat was bedoeld om Sue af te schrikken, zodat zij in de toekomst niet nog meer valse aangiften zou doen. Ook al was ik onschuldig, toch had ze de voogdijzaak om zeep geholpen. Drie jaar lang kreeg ik mijn kinderen niet te zien.
In deze drie jaar verzoop ik in zelfmedelijden en boosheid op God. Ik overtuigde mijzelf ervan dat een man die door zijn eigen kinderen is afgewezen geen plaats in de bediening verdient. Ik voelde hoe mijn hart koud en hard werd. Ik zag hoe verschillend ik was van de man waarmee Tania getrouwd was en ik werd verscheurd door de gedachte hoe trouw ze altijd naast me had gestaan in al deze moeilijkheden.
Ik hoorde God zeggen: "Ik kan jou gebruiken." Ik vergoot een stroom tranen die mijn versteende hart reinigden en die mij niet alleen het hart van een liefdevolle echtgenoot teruggaven, maar ook het verlangen om weer actief in de gemeente te zijn. Ik wendde me tot Hosea 6:1-2: “Kom, laten wij teruggaan naar de HEER! Hij heeft ons verscheurd, Hij zal ons genezen; de hand die sloeg, zal ons verbinden. Hij redt ons na twee dagen van de dood, de derde dag doet Hij ons opstaan: in Zijn nabijheid zullen wij leven.”
Mijn levensverhaal – Een man en zijn overwinning
In het afgelopen jaar heb ik eindelijk aanvaard dat ik een zoon van mijn vader ben en heb ik de geestelijke erfenis omarmd die hij voor mij heeft achtergelaten. Ik ben hier nog steeds mee bezig. Filippenzen 3:13-14 zegt: “Broeders en zusters, ik beeld me niet in dat ik het al heb bereikt, maar één ding is zeker: ik vergeet wat achter me ligt en richt mij op wat voor me ligt. Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept.”
In dit jaar hebben ook mijn twee kinderen weer contact met mij opgezocht. Geen van beide leeft nu een leven waar een vader trots op kan zijn, maar zij weten wel één ding zeker: hun vader houdt van hen. Ik hoop dat zij door mijn liefde voor hen worden aangetrokken en dat de Heer mij zal gebruiken om hen naar het koninkrijk te leiden. Mijn huwelijk blijft groeien; we blijven leren hoe we alle dingen met elkaar kunnen bespreken en hoe we elkaar in onze wandel met de Heer kunnen bemoedigen. Leren hoe wij samen konden bidden was voor ons de sleutel.
Hoe ziet jouw relatie met jouw gezin er uit? Heb jij de geestelijke erfenis van jouw Hemelse Vader aanvaard? Heb jij toegestaan dat bepaalde omstandigheden jouw hart hebben versteend?
Copyright © 2002-2021 AllAboutLiving.org, Alle rechten voorbehouden